woensdag 11 december 2013

Waarneming en bewustzijn


Referentie:
Burge, Tyler ‘Two Kinds of Consciousness’, Philosophical Essays, http://www.imprint.co.uk/chalmers.html (geraadpleegd op 8-12-2013)

Plaatskenmerk:
Internet - http://www.imprint.co.uk/chalmers.html

Extract:
“Awareness is a purely functional notion, but it is nevertheless intimately linked to conscious experience. In familiar cases, wherever we find consciousness, we find awareness. Wherever there is conscious experience, there is some corresponding information in the cognitive system that is available in the control of behaviour, and available for verbal report. Conversely, it seems that whenever information is available for report and for global control, there is a corresponding conscious experience. Thus, there is a direct correspondence between consciousness and awareness.”

Commentaar:
De twee termen ‘awareness’ en ‘consciousness’ lijken inderdaad aan elkaar verwant. In het Nederlands kunnen beide zelfs bewustzijn betekenen. Tyler lijkt ook uit te gaan van een tweerichtingsverkeer tussen de twee begrippen. Daar ben ik het niet mee eens. We hebben inderdaad waarneming (awareness) nodig om een bewuste (consciousness) gedachte te vormen maar andersom gaat dat niet op lijkt me. Je kan toch niet zomaar een bewuste gedachte formuleren zonder eerst de nodige kennis (via waarneming) te hebben?

Sarte's notie van verantwoordelijkheid


Referentie:
Jones, Gary E., “Sartre, consciousness, and Responsibilty”, Philosophy and Phenomenological, Research, http://www.jstor.org/stable/pdfplus/10.2307/2107407.pdf (geraadpleegd op 8-12-2013)

Plaatskenmerk:
Internet - http://www.jstor.org/stable/pdfplus/10.2307/2107407.pdf

Extract:
“What we know as the world is the conglomerate of human projects; there is no nonhuman situation. For example, there are no innocent victims of war. Any war we are in is one we deserve. Human consciousness causes the world to be as it is, and so it is entirely responsible for the world. It could of course be replied that the Sartrean notion of responsibility is much too severe, especially when it is compared to more ordinary concepts of responsibility”

Commentaar:
Dit lijkt inderdaad nogal streng, zeker als we denken aan situaties die niet worden teweeg gebracht door mensen zoals aardbevingen en andere natuurrampen. Ook wordt bijna de hele mensheid over de zelfde kam geschoren. Het lijkt hier alsof het bewustzijn maar één ding is in plaats van apart voor elke afzonderlijke mens.  

Het 'mind-body' probleem


Referentie:
Nadler, Steven, “Spinoza and Consciousness”, Mind, p. 576, http://oxfordjournals.org/ (geraadpleegd op 3.12.2013)

Plaatskenmerk:
Internet - http://mind.oxfordjournals.org/content/117/467/575.full.pdf+html

Extract:
“First, he shows that consciousness is a phenomenon that is independent of the body. While there are many conscious states that bear an intimate causal connection to bodily states the conscious states themselves are modes of mind, of thinking substance; and there are many conscious states that bear no relationship to the body whatsoever. This means that an explanation of consciousness has no grounding in the body itself.”

Commentaar:
‘Hij’ verwijst in dit geval naar Descartes en Descartes beschrijft het bewustzijn als iets dat grotendeels losstaat van het lichaam. Ik ben het daar niet mee eens. Hoe zou het bewustzijn geen connectie hebben met ons lichaam als het duidelijk invloed heeft op onze acties en dus ook op ons lichaam, dat spreekt toch immers zelf al van een connectie? 

Oorsprong van ideeën


Referentie:
Descartes, René, Meditaties: over de eerste filosofie waarin het bestaan van God en het onderscheid tussen menselijke ziel en lichaam worden bewezen, Amsterdam: Boom Meppel, 1989 (oorspronkelijke tekst Meditationes de prima philosophia 1641 Soly: Parijs) vertaling door Wim van Dooren

Plaatskenmerk:
UA – CST FILO 19.7 P DESC 89

Extract:
“De ideeën die ik met de zintuigen waarnam waren veel levendiger en nadrukkelijker en op hun manier ook duidelijker dan alle ideeën die ik zelf al mediterend met inzicht en kennis bedacht of waarvan ik merkte dat ze in mijn geheugen waren geprent. Daarom scheen het onmogelijk dat die eerstgenoemde ideeën uit mezelf voortkwamen; daarom bleef over dat ze uit andere dingen tot mij kwamen.”

Commentaar:
De ideeën die ik met de zintuigen waarnam bleken vanuit andere dingen tot mij te komen, schokkend. Waar ik hier vooral in geïnteresseerd ben zijn de ideeën die afkomstig waren uit hemzelf, vanuit inzicht en kennis. Er wordt hier geduid op voorafgaande kennis die nodig is om zelf ideeën te kunnen fabriceren. Het blijkt hieruit dat onze ideeën voortbouwen op al (zintuiglijk) waargenomen feiten. Probeer maar eens een compleet nieuw idee te bedenken dat niets te maken heeft met al datgene dat je al weet.

De waarneming en ons metabewustzijn


Referentie:
Gennaro, Rocco J., “Consciousness and concepts: an introductory essay”, Journal of consciousness, p. 2-3, http://www.swetswise.com/ (geraadpleegd op 02.12.2013)

Plaatskenmerk:
http://www.swetswise.com/FullTextProxy/swproxy?url=http%3A%2F%2Fopenurl.ingenta.com%2Fcontent%2Fswetsnet-4.1.19c80fd79aa66a64973af4ddd33d44a3%3Fgenre%3Darticle%26issn%3D1355-8250%26volume%3D14%26issue%3D9%26spage%3D1%26epage%3D19%26aulast%3DGennaro&ts=1385985241641&cs=861962132&userName=8000015.ipdirect&emCondId=24775&articleID=34927389&yevoID=2152776&titleID=111857&remoteAddr=143.169.207.38&hostType=PRO

Extract:
“When I am in a conscious mental state, there is ‘something it is like’ for me to be in that state from the subjective or first-person point of view. When I am, for example, smelling a rose or having a conscious visual experience, there is something it ‘seems’ or ‘feels’ like from my perspective. An organism, such as a bat, is conscious if it is able to experience the outer world through its (echolocatory) senses.

Commentaar:
Dit beschrijft het bewustzijn in de meest directe zin van het woord. Als ik me bijvoorbeeld bewust ben van iets dan zeg ik dat vooral over zintuiglijke waarneming, zoals de geur van rozen of pijn in mijn rug. Maar wat als ik me bijvoorbeeld bewust ben van mijn bewustzijn? Wij mensen zijn hebben door dat we ons bewust worden van omstandigheden rondom ons terwijl dieren gewoon voelen en reageren. Hoe zou dat ‘metabewustzijn’ er gekomen zijn? Had het een evolutionair voordeel of was het lauter een bijkomend effect?

Hogere staten van bewustzijn


Referentie:
Revonsuo, Antti, Consciousness The Science of Subjectivity, East Sussex: Psychology press, 2010, p.xxv, (digitale kopie via http://books.google.be)

Plaatskenmerk:
Internet - http://books.google.be/books?id=pOn6YSRQzKUC&printsec=frontcover&dq=consciousness&hl=nl&sa=X&ei=5IWkUvavN-ay0QW1loGIBw&ved=0CDsQ6AEwAQ#v=onepage&q=consciousness&f=false

Extract:
“Higher states of consciousness lead us to a more practical question: What should we do with our consciousness? Is it possible to reach higher forms or states of consciousness that would make our subjective existence in this (sometimes boring or depressing) physical universe more bearable? How could we enhance states of consciousness that are positive and meaningful? Happiness and subjective wellbeing are states of consciousness that make subjective existence worthwhile.”

Commentaar:
Een vrij deprimerende kijk op het leven vind ik. Dat gezegd zijnde weet ik eigenlijk niet hoe hogere staten van bewustzijn ons zouden moeten helpen. Geluk en welzijn zijn inderdaad zaken die onze subjectieve bestaan de moeite waard maken maar hogere staten van bewustzijn zullen, op korte termijn althans, de situatie niet beter maken. Hoe verklaar je anders het gebruik van geestafstompende drugs? Op lange termijn zou het beter kunnen zijn maar daar durf ik me niet over uit te spreken.

Het bewustzijn als speelbal


Referentie:
Slors, Marc, Dat had je gedacht!, Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2012 p.81

Plaatskenmerk:
UA CST – FILO 148.3 G SLOR 2012

Extract:
“Veel mensen lezen in de bewering dat wij ons brein zijn een afwijzing van vrije wil. Op zichzelf denk ik dat dat onterecht is. Als wij ons brein zijn en dat brein bepaalt onze handelingen, dan bepalen wij gewoon zelf wat we doen.”

Commentaar:
Volgens mij kan je de zaak zo bekijken: Ons brein is een poppenspeler en laat ons lichamelijke wezen naar zijn pijpen dansen. Maar in een scherpe draai van het plot blijkt dat ons brein al die tijd ook zelf een pop was, gecontroleerd door een andere poppenspeler namelijk de wetten van de fysica. Ons brein (wij dus), lijkt volgens hem de zaak in de hand te hebben en doet wat hij gelooft zijn wil te zijn. Daarom ben ik het eens met zijn eerste conclusie dat als we ons brein zijn dat geen afwijzing van vrije wil is maar ben  ik het oneens met zijn tweede conclusie dat als we ons brein zijn en dat de handelingen uitvoert dat we dan wel vrije wil zouden hebben.

Het brein als mechanisme



Referentie:
J.J.C. Smart, “Sensations and brain processes”, The Philosophical review, p.143 http://www.jstor.org (geraadpleegd op 02.12.2013)

Plaatskenmerk:
http://www.jstor.org/stable/pdfplus/2182164.pdf?acceptTC=true&acceptTC=true&jpdConfirm=true

Extract:
“A man is a vast arrangement of physical particles, but there are not, over and above this, sensations or states of consciousness. There are just behavioral facts about this vast mechanism, such as that it expresses a temptation (behavior disposition)- to say "there is a yellowish-red patch on the wall" or that it goes through a sophisticated sort of wince, that is, says "I am in pain."”

Commentaar:
De stelling hier is dat de mens geen bewustzijn bezit maar eerder een soort robot is die enkel reageert op prikkels uit de omgeving vanwege een gecompliceerd mechanisme. Mijn instinctieve antwoord hierop is ‘nee’. Onze intuïtie kan bedriegen natuurlijk maar het werpt wel een andere vraag op. Waarom is mijn, en ik vermoed van wel meer mensen, intuïtieve antwoord ‘nee’? Met andere woorden hoe komen we bij het idee dat we bewust zijn?

Het beeld van Pierre


Referentie:
Sartre, J.P., The Imaginary, New York: Routledge, 2010, p.6

Plaatskenmerk:
UA CST – FILO 19.8 P SART 2010

Extract:
“When I say that ‘I have an image’ of Pierre, it is thought that I presently have a certain portrait of Pierre in consciousness. The object of any current consciousness is precisely this portrait, and Pierre, the man of flesh and blood, is reached only very indirectly, in an ‘extrinsic’ manner, only by the fact that he is what the portrait represents.”

Commentaar:
Sartre duidt hier op het feit dat er in ons bewustzijn enkel een (abstract) beeld van een persoon kan zijn en niet de persoon zelf. Klinkt logisch maar het is toch een belangrijk onderscheid, er ligt immers een vraag in verscholen. Hoe verschilt het beeld in ons bewustzijn van de echte Pierre? Als we met dat beeld in Sartre’s bewustzijn hem vragen Pierre zo goed mogelijk na te maken hoe zou Sartre’s van idee terug mensgeworden Pierre er dan uitzien?

Bewustzijn: de subjectieve ervaring


Referentie:
“Consciousness” in Routledge Encyclopdia of Philosophy, Craig,Edward (ed.), London: Routledge, volume 2, 1998, p. 584-585

Plaatskenmerk:
UA – CST FILO 10 A CRAI 98 :2

Extract:
“Fundamentally an organism has conscious mental states if and only if there is something it is like to be that organism – something it is like for the organism. We may call this the subjective character of experience… every subjective phenomenon is essentially connected with a single point of view, and it seems inevitable that an objective, physical theory will abandon that point of view.”

Commentaar:
Het lijk inderdaad waarschijnlijk dat de pure, objectieve wetenschap onze subjectieve standpunten aan de kant zou schuiven. Maar mensen zijn koppige wezens en ik vermoed dat men nooit echt zal aannemen dat onze visie betekenisloos is, ook al mocht het toch zo lijken te zijn.

donderdag 5 december 2013

Nietzsche tegen het bewuste denken


Referentie:

Klossowski, Pierre, “Nietschze, Polytheism and Parody”, French and Francophone Philosophy, http://www.jffp.org/ojs/index.php/jffp/article/view/462/456 (geraadpleegd op 01.12.2013)


Plaatskenmerk:
Internet - http://www.jffp.org/ojs/index.php/jffp/article/view/462/456

Extract:
“Conscious thinking, especially that of the philosopher, is the least vigorous and therefore also the relatively mildest and calmest form of thinking; and thus precisely philosophers are most apt to be led astray about the nature of knowledge.”

Commentaar:
Het lijkt alsof er gezegd wordt dat dromen productiever is dan denken. Waarom zou het bewuste denken trouwens zo kalm zijn? Of het tot resultaten leidt even achterwege gelaten, het feit dat ik door de bewuste gedachte over een wiskundeoefening moe kan worden bewijst het tegendeel van de stelling. Het kan wel zijn natuurlijk dat ik ietwat bevooroordeeld ben ten opzichte van deze stelling aangezien ik ook een filosoof in wording ben.

Het morele godsargument


Referentie:
Byrne, Peter, "Moral Arguments for the Existence of God", The Stanford Encyclopedia of Philosophy , Edward N. Zalta (ed.), http://plato.stanford.edu/archives/spr2013/entries/moral-arguments-god (geraadpleegd op 01.12.2013)

Plaatskenmerk:
Internet - http://plato.stanford.edu/archives/spr2013/entries/moral-arguments-god 


Extract:
“A template for a moral argument for God's existence can now be given.
Argument I:
It appears to human beings that moral normativity exists.
The best explanation of moral normativity is that it is grounded in God.
Therefore God exists.”

Commentaar:
Dit argument is nog in een zeer ruwe staat en in het artikel worden er later nog enkele nuanceringen toegevoegd. Toch blijft het terugkomen naar deze vorm. Vooral het tweede onderdeel van deze redenering lijkt me niet helemaal juist. Er wordt precies niet al te diep ingegaan op de vraag of waarom ethiek nu eigenlijk bestaat. Verder in het artikel wordt ethiek een ‘niet natuurlijke’ staat genoemd. Waarom zou dit zo zijn? Ethisch denken brengt nochtans evolutionaire voordelen met zich mee. Een persoon die het ‘juiste’ doet zoals wordt voorgeschreven door de ethische normen laat aan zijn omgeving zien dat hij zich dit kan permitteren en geeft hen ook een gevoel van veiligheid .

Het begrip bewustzijn


Referentie:
Illes, Judy, Neuroethics: Defining the Issues in Theory, Practice and Policy, New York: Oxford University Press, 2006,p.61

Plaatskenmerk:
UA – CST FILO 177 G ILLE 2006

Extract:
“Consciousness is at once the most elusive and most encumbered of intellectual concepts in philosophy and religion, for the nature of ipsity, the nature of subjectivity and the nature of memory are all implicated in its description.”

Commentaar:
Het bewustzijn is inderdaad een moeilijk concept omdat er geen oplossingen samenkomen. Daarom is het ook belangrijk dat we het concept leren doorgronden. Bijna alle vragen over ons ‘ik’ en onze verwerking van de werkelijkheid liggen immers opgesloten in ons bewustzijn. Het boek waaruit dit extract komt is interessant omdat het probeert enkele eventuele antwoorden over ons bewustzijn voor te zijn in een soort ‘wat als…?’ formule. Het zijn volgens mij inderdaad het soort vragen waar we ons meer en meer zorgen over moeten beginnen maken.

De waarschijnlijkheid van de waarheid


Referentie:
Van Lamarque, Peter (ed.), Concise Encyclopedia of Philosophy of Language, Amsterdam:Pergamon,1997, p.45

Plaatskenmerk:
UA – CST FILO 800.1 A LAMA 97

Extract:
“According to Karl Popper, theories like astrology are defective not because they are not amenable to confirmation but because they are too confirmable”…”Astrology is pseudoscientific precisely because it is confined by everything and falsifiable by nothing.”

Commentaar:
De falsifieermethode is een veelgebruikte techniek om bevindingen waar of onwaar te verklaren. Het zegt dat als we enkel witte zwanen tegenkomen dat we niet mogen concluderen dat alle zwanen wit zijn, er kan immers een zwarte zwaan om de hoek schuilen. De waarheid lijkt even zwart wit als de zwanen. Maar dan vraag ik me af: zou het een verschil maken als ik tien witte zwanen tegenkom of tien miljoen? Zit er nog ruimte tussen die ja of nee, ruimte voor waarschijnlijkheid van waarheid?

De communistische anti-filosofie


Referentie:

Korsch, Karl, Marxisme en filosofie, Baarn: Het Wereldvenster, 1977,p.77-78

Plaatskenmerk:
UA – CST FILO 19.8 N MARX KORS 77

Extract:
“Reeds Marx en Engels zelf, die toch heel dikwijls met grote trots hebben gewezen op het historische feit dat de Duitse arbeidersbeweging met het wetenschappelijke socialisme de erfenis van de klassieke Duitse filosofie heeft aanvaard, wilden toch in genen dele dat deze uitspraak werd opgevat als zou het wetenschappelijke socialisme of communisme wezenlijk een ‘filosofie’ zijn.”

Commentaar:
Deze lange en archaïsche zin brengt voor mij een andere vraag naar boven: Wat is filosofie? Ik dacht dat ideologieën voortvloeiden uit een bepaalde filosofie en er dus ook op zeker niveau deel van uitmaakten. Ik zie in feite niet hoe het geen deel van een filosofie zou kunnen uitmaken.

De tijdloze Aristoteles


Referentie:
Aristoteles, Aristotle’s Physics Books 1 and 2, vertaald door W. Charlton, Oxford: Oxford University Press, 1970, p. 91

Plaatskenmerk:
UA – CST FILO 19.2 P ARIS 70 :14

Extract:
“Wieland has emphasized that according to Aristotle the nature off a thing is only a source of its behaviour and not the source.”

Commentaar:
Zo krijg je te zien hoe ver terug het ‘nature-nurture’ debat daadwerkelijk reikt. Aristoteles deelt de dingen in twee. Elk iets, een mens, een standbeeld, een koelkast heeft twee zijden, een vormelijke en een stoffelijke. De geest is vormelijk (nurture) en het lichaam vormelijk (nature). Wat ik aan dit extract vooral zo interessant vind is het feit dat Aristoteles, bijna 3000 jaar geleden, in detail een voorstelling van de werkelijkheid geeft waarover vandaag nog wordt gesproken, sommige ideeën zijn werkelijk onsterfelijk.

Onze lichamen zijn goed genoeg


Referentie:
Van Bortel, Paulus, “Wat heet ‘beter’? De grens van techniek”, Ethische perspectieven 23 (2013) 2, p.144-145

Plaatskenmerk:
UA  CST – FILO 10 E-ETP

Extract:
“Technologie lijkt als volgt te redeneren: de mens is verkeerd gemaakt, zijn aardse en sterfelijke leven is een gebrek dat door techniek moet worden gecompenseerd – want wat we zelf maken maken we beter.”

Commentaar:
De redenering van de technologie lijkt niet helemaal te kloppen. We moeten natuurlijk ook kijken naar de context van onze imperfecte, sterfelijke lichamen. Onze lichamen evolueerden om te overleven, maar ook niets meer. Aangezien de mensheid nog bestaat, en al bestond voor er technologie was om ons te helpen, lijken onze lichamen te zijn geslaagd. Wat de techniek doet is niet compenseren maar toevoegen. Het biedt ons de mogelijkheid tot luxe die weinig met overleving te maken lijkt te hebben.

De morele relevantie van vrije wil


Referentie:
“Determinism”, in:  Dictionary of World Philosophy, Iannone, A. Pablo (ed.), London: Routledge, 2001, p150

Plaatskenmerk:
UA CST – FILO 10 A IANN 2001

Extract:
“The problem of whether determinism is compatible with free will is relevant to conceptions and applications of responsibility in ethics and law”

Commentaar:
Het sleutelwoord uit dit extract lijkt me de verantwoordelijkheid. Mochten we van determinisme uitgaan en vrije wil achterlaten welke verantwoordelijkheid blijft er dan nog over? Daarom lijkt me dat het gebruik van het woord ‘relevant’ een beetje een understatement. Zonder vrije wil wordt verantwoordelijkheid irrelevant en kan er überhaupt geen zinnige ethiek meer bestaan.

Het onprettige determinisme



Referentie:
van Friesland, Jan, Einsteins god dobbelt niet, Soesterberg: ASPEKt, 2012, p.162

Plaatskenmerk:
Eigen bibliotheek

Extract:
“Sommigen vinden het geen prettige gedachte dat alles aan de mens, aan ieder individu, precies zou kunnen worden gemeten. Ik begrijp best waarom.”

Commentaar:
Deze stelling gaat duidelijk uit van de waarheid van het deterministische gedachtegoed  Het stelt zich op als iets dat een waarheid verkondigt en inziet dat het geen aantrekkelijke waarheid is. Ik geef het ook volkomen gelijk in de zin dat het inderdaad weinig aantrekkelijk is. Wie wilt immers horen dat alle bergen en dieptepunten niet uit de kracht van zijn karakter kwamen, niet uit vrije wil waren overwonnen maar dat het reeds van tevoren vast lag. 

Duivels messianisme



Referentie:
Chomsky, Noam, Mislukte Staten: Machtsmisbruik en de Aanslag op de Democratie, vertaald door Wim Van Verre, Berchem: EPO, 2008, p. 232

Plaatskenmerk:
Eigen bibliotheek

Extract:
"Duivels messianisme: het is een haast natuurlijk devies voor leidende groepen aan de extreme zijde van het spectrum, vastberaden op zoek naar kortetermijnbelangen voor een beperkt aantal machtssectoren en naar wereldoverheersing. Je moet al ziende blind zijn om niet te begrijpen dat dit de drijfveer is van de huidige politiek van de VS. De doelstellingen van de regering en de methoden die ze gebruikt om die te bereiken, stuiten stuk voor stuk op tegenstand van het publiek."

Commentaar:
In dit boek maakt Chomsky vele krachtige en onderbouwde kritieken over de hedendaagse VS. Chomsky verzet zich tegen de ‘slaafse’ media en het officiële denken van het Witte Huis. In het geciteerde fragment haalt hij hard uit naar de kortzichtigheid van de Amerikaanse overheid maar misschien nog belangrijker naar het feit dat die kortzichtige beslissingen worden genomen ondanks de negatieve publieke opinie.