woensdag 11 december 2013

Oorsprong van ideeën


Referentie:
Descartes, René, Meditaties: over de eerste filosofie waarin het bestaan van God en het onderscheid tussen menselijke ziel en lichaam worden bewezen, Amsterdam: Boom Meppel, 1989 (oorspronkelijke tekst Meditationes de prima philosophia 1641 Soly: Parijs) vertaling door Wim van Dooren

Plaatskenmerk:
UA – CST FILO 19.7 P DESC 89

Extract:
“De ideeën die ik met de zintuigen waarnam waren veel levendiger en nadrukkelijker en op hun manier ook duidelijker dan alle ideeën die ik zelf al mediterend met inzicht en kennis bedacht of waarvan ik merkte dat ze in mijn geheugen waren geprent. Daarom scheen het onmogelijk dat die eerstgenoemde ideeën uit mezelf voortkwamen; daarom bleef over dat ze uit andere dingen tot mij kwamen.”

Commentaar:
De ideeën die ik met de zintuigen waarnam bleken vanuit andere dingen tot mij te komen, schokkend. Waar ik hier vooral in geïnteresseerd ben zijn de ideeën die afkomstig waren uit hemzelf, vanuit inzicht en kennis. Er wordt hier geduid op voorafgaande kennis die nodig is om zelf ideeën te kunnen fabriceren. Het blijkt hieruit dat onze ideeën voortbouwen op al (zintuiglijk) waargenomen feiten. Probeer maar eens een compleet nieuw idee te bedenken dat niets te maken heeft met al datgene dat je al weet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten